Daarom zette Platform Talent voor Technologie samen met PrimaOnderwijs een enquête uit om een beter beeld te krijgen van het Wetenschap & Techniekonderwijs op basisscholen. Projectleiders Carla Roos en Edith Hilbink duiden een aantal uitkomsten.

Verbeterpotentieel
De afgelopen drie jaar nam de aandacht voor W&T op basisscholen flink toe, blijkt uit de enquête. Van de 280 respondenten, allemaal werkzaam in het basisonderwijs, gaf ruim een derde aan meer aandacht te besteden aan W&T in de klas dan drie jaar geleden. 70 procent geeft aan dat het thema meer aandacht krijgt op school, wel geeft het merendeel van de respondenten aan dat zij minder dan vijf uur per maand aan W&T in de klas besteden. Wat opvalt is dat de aandacht voor W&T vaak projectmatig is, slechts 5 procent werkt met een doorlopende leerlijn. Daarnaast hangt het W&T-onderwijs in 60 procent van de gevallen af van enkele enthousiaste collega’s. Carla: “W&T projectmatig aanbieden kan heel goed werken, maar het is wel belangrijk dat scholen een visie vormen en beleid maken. Op dit moment heeft slechts een vijfde van de scholen dat. Daar zit echt verbeterpotentieel.”

Belemmeringen wegnemen
Van de respondenten zegt 58% tegen belemmeringen aan te lopen in de vorm van tijd of kosten. Toch zijn dat drempels die misschien wel lager zijn dan leerkrachten denken, zegt Edith. “We merken dat leerkrachten denken dat W&T een vak is dat er nog extra bij komt. Daarom laten wij graag zien dat wetenschap en technologie dichterbij is dan je denkt. In de schooltuin kun je heel goed onderzoekend bezig zijn. Of beter nog: combineer W&T met rekenen of Nederlands. Zie het niet als een extra uur in het lesrooster, maar als een manier van leren die verweven zit in het onderwijs.” Ook wat betreft de kosten, is het beeld over techniek niet altijd juist. “Je hoeft echt geen 3D-printer aan te schaffen, met ijsstokjes kun je ook onderzoekend leren”, geeft Edith als voorbeeld.

Meer info en resultaten zijn beschikbaar bij Jetnet & TechNet