STO gaat door op de ingeslagen weg
Tijdens de landelijke STO-dag op 16 november 2023 in Eindhoven was Laura Veerman, beleidsmedewerker STO bij team vmbo van het ministerie van OCW, vol lof over de resultaten die STO-regio’s tot nu toe hebben bereikt. Samen met demissionair minister Paul heeft ze de afgelopen periode een aantal regio’s bezocht en mooie resultaten gezien. VMBO-scholen zijn van concurrenten concullega’s geworden en zetten de leerlingen centraal. Reden voor de minister om, als het kabinet en de Tweede Kamer daarmee instemmen, door te gaan op de ingeslagen weg.
Op dit moment werkt OCW aan de STO-regeling 2025-2029. Deze regeling komt tot stand nadat goed geluisterd is naar regio’s (techniek en techniekluw), controllers, stakeholders en het ondersteuningsteam. Eind 2023 moet er een conceptregeling liggen die na interne toetsing wordt voorgelegd aan de minister. In het voorjaar van 2024 besluit de minister of de regeling aan de Tweede Kamer aangeboden wordt. Als dat zo is, dan is de nieuwe regeling vanaf dat moment openbaar en vormt zij de basis voor de plannen van de regio’s. Vanwege de omvang van de regeling heeft de Tweede Kamer vanaf het moment dat de minister de regeling aanbiedt 30 dagen om op de regeling te reageren. Daarna kan de regeling definitief worden gepubliceerd.
In de kern blijft STO de komende jaren zoals het is: de regio’s kunnen gelijk blijven en hetzelfde bedrag aanvragen als zij gemiddeld per jaar dat zij subsidie hebben ontvangen in de jaren 2020-2023. Voor vrijwel alle regio’s zal dit gelijk zijn aan het bedrag wat ze in 2024 hebben gekregen. Ook kunnen de techniekluwe regio’s in de nieuwe periode weer maximaal 1 miljoen per jaar aanvragen. De subsidie blijft geoormerkt geld voor techniek in het vmbo. De regio beslist waar dit geld aan uitgegeven wordt. Regio’s kunnen een beroep blijven doen op ondersteuning van het landelijke ondersteuningsteam en ook het monitoronderzoek gaat door.
In de komende jaren verbreed de focus van STO zich van ‘harde’ techniek naar techniekonderwijs binnen het hele vmbo. Dat betekent bijv. dat ook technische keuzevakken, technische praktijkgerichte programma’s en techniek in de onderbouw meegenomen kunnen worden. Het geld blijft bestemd voor het vmbo, maar bijvoorbeeld praktijkgerichte programma’s in de havo of keuzevakken in het vwo kunnen gebruik maken van de STO-faciliteiten. De regio’s bepalen welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen.
Regio’s worden verplicht aandacht te besteden aan maatschappelijke thema’s, zoals klimaat, diversiteit en onderwijspersoneel. De vorm van deze aandacht is aan de regio. Veel regio’s doen dit al. Samenwerking is de kracht van STO. Daarom wordt ook samenwerking met het PO verplicht, maar veel regio’s werken al samen met het primair onderwijs.
Net als in 2020 is het ook nu weer mogelijk een vooraanmelding te doen bij DUS-I. Het indienen van een vooraanmelding is niet verplicht, maar wordt wel geadviseerd.
Daarna is de planning als volgt:
Deze planning staat nog niet vast. De demissionair minister moet hierover nodig besluiten. Mocht de planning veranderen dan wordt u hierover uiteraard geïnformeerd.